104. Betula Pubescens
Mijn zachte rijpe berk op het grensgebied der achterburen
was een volheid van drie stammen met brede kruin
Als het schoonste sieraad pronkte hij in mijn ruime tuin
met bruinwit schilferende schors als van een schavend schuren
--- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- ---
Mijn achterbuurman – niets hier tot nadeel van de goede man –
krenkte mijn berkentrots door min of meer te klagen
Begon – eerst niet rechtstreeks – om harde maatregelen te vragen
want hij had er in zijn moestuin te veel schaduw van
--- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- ---
Drie stompen staan er nu – stumperig afgezaagd
Het vogelbadje – eens erin gebouwd – komt beter tot zijn recht
Had achterbuurman niet om aftoppen gevraagd
dan had ik in mijn domheid ook geen –Ja- gezegd
Ten dode heb ik nu mijn dierbre Betula verlaagd
Vol afschuw kijkt zijn stompenlijk mij aan en zeer terecht