69. Spiegelbeeld
Van de andere kant staat hij mij aan te staren
Hij lijkt op mij maar is niet helemaal
Wat ik zou willen zijn – Als ik mijn hand haal
Over mijn hoofd gaat de zijne over zijn haren
Wat ik links doe doet hij rechts en omgekeerd
Als ik mijn tong uitsteek toont hij op dat moment de zijne
Met smaakpapillen die net zo grauw zijn als de mijne
Ik ril ervan wijl zo’n gezicht mij werkelijk deert
Wanneer ik naar hem kijk blijft van mij niets verborgen
Hij toont mijn ongerechtigheden al heel vroeg in de morgen
Als ik na zachte nacht ontspannen ben opgestaan
De schrik van wat ik zie komt des te harder aan
Zo word ik steeds herhaald bepaald bij mijn vergankelijkheid
Zijn rimpelig grijze kop getekend door de tijd