57. Kindkompas
Levendig beeld: de kinderen zeilen door de straten,
op weg naar school; zonder kompas, meest zonder leiders,
terwijl in het gebouw, de leerkrachten, hun wegbereiders
hen wachten en de dingen van de dag bepraten.
De kinderen, zich niet bewust van wat bij ’t onderwijs komt kijken,
zij banen zich een weg langs auto, brommer, fiets.
Waarom de school hen wacht, dat zegt hun meestal niets.
Het is al zwaar genoeg ’t verkeersgevaar t’ ontwijken.
En in de klas, waar straks ‘t zeer zware werk weer wacht,
zit stil een vrouw of man in ’t leeg lokaal te staren;
daar wordt de lestaak van vandaag weer overdacht:
‘Oh, mocht mijn werk voortdurend gave vruchten baren!
Het kind dat mij zo vol vertrouwen tegenlacht,
zal het, mede op mijn kompas, een goede koers gaan varen?’
