311. SCHRIKKELEN
Aan Sven Kramer en andere schrikkelaars
Een oude schoolmeester spreekt:
Één maart tweeduizend zestien: het jaar heeft net geschrikkeld
Met schrikkelen zit het allemaal wel heel erg ingewikkeld
Ik zal maar niet proberen het hier allemaal uit te leggen
Want hoe dat alles in elkaar steekt, kan ik moeilijk op rijm hier zeggen
Wel zeg ik u dat van ‘schrikkelen’ ‘schrik’ eigenlijk het grondwoord is
Een schrik is een heel wijde stap of sprong; dat weet ik zeker en gewis
En dus is schrikken met grote stappen voorwaarts gaan, springen of schrijden
Waardoor men heel licht waterplassen en modderige plekken kan vermijden
Een schrikschoe moet u weten , zo noemde men in ’t Middelnederlands een schaats
Die mooie naam is voor een hout of bot waarop men schrijdt, wel degelijk op zijn plaats
Schrijden bij voortdurende herhaling heette men in de Middeleeuwen schrikkelen
Dat deed mijn taalbelevng bij het zien van schaatsende figuren hevig prikkelen
Schrikkelen zie ik Sven Kramer met rappe schreden over het spiegelgladde ijs
Met schrikkelen wint deze schrikkelheld steeds weer de allerhoogste schrikkelprijs
En op hun schrikschoenen zie ik in mijn gedachten de helden steeds weer bikkelen
Wat is het toch een speelse schone gespierde sport, dat stoere schrikkelen
En lieve lezers, en voor wie dit hoort ook luisteraars, gelooft u maar
Wat Nederland betreft, is ieder jaar een schrikkeljaar, echt waar
Diepenveen, 1 maart 2016.