282. Dwaze Overtuiging
Jaren geleden gaf ik bijles
aan mensen in ons Nederlands
Zij wilden graag wat meer bereiken
Zagen hierin een goede kans
Eén bijlesklant, Karel geheten
herinner ik me maar al te goed
want hij mocht heel graag discussiëren
wat men vaak op zo’n bijles doet
Eens bracht hij het probleem te berde
wat er zou zijn straks na de dood
Ik wou zijn mening heel graag horen
Mijn aandacht was bijzonder groot
toen hij ’t geloof te berde bracht
want dat deez’ Karel een geloof had
dat had ik nou toch nooit gedacht
Dat hij nou toch een God aanbad!
En daar gedachten over had
“Straks na mijn dood”, zei onze Karel
“dan kom ik in het Paradijs
waar alles enkel puur natuur is
en bont gekleurd, niet één tint grijs
God en Maria en Zoon Jezus
springen er vrolijk in het rond
Ook Jozef, je weet wel Jezus’ vader
huppelt daar in zijn blote kont”.
“Hoe kun jij dat nu toch geloven?”
vroeg ik nu Karel op de man
“Wat je gelooft, dat is er ook”
antwoordde mij mijn leerling dan
“Stel je de plaats voor waar jij zijn wilt
straks na jouw zware levensreis
dan kom j’er ook, dat is wel zeker
Dat wordt voor jou het paradijs
Dat wat ik je nu hier vertelde
geldt zeker niet voor jou alleen
voor alle wezens in ’t heelal dus
en uitzonderingen echt geeneen”
Ik was verrast door ‘t uitgangspunt
dat waar hij dus van uitging
Maar het werd goed geformuleerd
deze dwaze overtuiging
Ik zei dat ook: hij glunderde
Toen ging hij heen. Sindsdien
heb ik ons Kareltje helaas
op aard nooit weergezien
En mocht U Karel daar in zijn Paradijs ontmoeten
Geef hem de hand en doe van Crödde hem de groeten
Crödde