182 Wöörumme

> Categorie: Literatuur Gepubliceerd: maandag 27 juni 2011

Der zat een goldvink’ in een beumken   

’t Was herfst en kold, het beumken schroal   

De lucht was blauw, een zunnestroal’   

Viel oaver ’t dierken as een dreumken  

--------------------------------------------------    

Ik keke nöör dat schilderieken   

Grepe mien penne en een beuksken   

Ging stille zitten in een heuksken   

Um mien geluk te loaten blieken   

------------------------------------------------------  

Wöörumme hold ik dat nieet bie mien   

Wöörumme mot dat op papier   

Wöörumme mot dat noe noa buten   

Wöörumme hold ik dat nieet hier   

--------------------------------------------------------  

Eerstens: papier is het geduldigst nog   

En tweedens doo’k het umme toch   

---------------------------------------------------------  

Herdicht op moandag, 27 juni 2011

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk