155 Janke

> Categorie: Literatuur Gepubliceerd: maandag 23 mei 2011

Vannacht in bedde kwam zee mien plotseling integen  

Ik zatte an een toafel en lachend kwam zee mien veurbie  

Zee noaderden, liep deur, keek nöör mien, lachend en ook bliej  

Ik kenden haer egeels nieet, toch was haer komst een zegen 

---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ----  

Ik deje asof en zei : Döör hei’j dan onze Janke  

Joa, joa, ik kenne oe nog, iej bint diee meid van Jansen  

Heel lange weerumme waer iej twee erwten op een planke  

Iej waren lieef, ik wolle zoo graag met oe dansen  

---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- ----  

Vol bliedschap kusten zee mien op mien beide wangen   

Noe vroag ik mien nog steeds of hoe of dat noe toch kan  

Hoeneer een mense an een lieef zoo möör een naam’ geet hangen  

En dat diee dan , oh wonder, toch wel de juusten blik te wèzen  

Of spölden zee soms mee in mien groezems groot verlangen  

De lieefde veur diee vrouwe dwars deur haer lief  te lèzen? 

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk