Pionnen onder de Preekstoel 54

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: vrijdag 08 april 2011

… Na hun vertrek ging de corpschef stil uit het raam zitten staren, een betrapte schooljongen die boete doet. Zijn secretaresse trok zich in haar afdeling terug.

“Rake worp”, dacht ze hardop. “Persoonlijke dingen hebben niets met je functie te maken. Beroepszaken hebben natuurlijk altijd met je functie te maken. De baas had er niet van terug. Toch zei de burgemeester het niet hatelijk. Daarom hadden de bazen zo’n hekel aan haar. Ze bleef altijd scherp zakelijk, menselijk vriendelijk. Jammer dat ze opstapt”.

 

In het actiecentrum in huize De Vree maakten Ada en Bob een rondedans door de kamer na het telefoongesprek van Bob met Pi Boerstra. De publiciteitsbal, op de receptie aan het rollen gebracht, had tot nu toe in zijn onstuitbare vaart de eerste doelen getroffen. Beiden beseften zij echter dat ze nu geen enkele invloed meer hadden op de effecten die de ‘worp’ sorteren zou. Maar het gelukkige begin gaf hun moed; het versterkte hun optimisme. IJverig begonnen ze na hun uitgelatenheid de eerste persoonlijke gegevens als namen, adressen en telefoonnummers van de zeven receptiebezoekers in het kaartsysteem te plaatsen, waarin de genodigden voor de opening van “PION” alfabetisch opgenomen werden. Daarna typte Ada een uitvoerig proces-verbaal van de eerste gebeurtenissen, want dat ze een uitvoerig dossier van hun ‘wandaden’ aan de justitie zouden sturen vlak vòòr de opening was in het plan opgenomen. En toen na twaalf uur Pi belde met de boodschap dat  ‘Het Residentieblad’ in de zaterdageditie met de gratis reclame voor “PION” begonnen was op verzoek van de ‘Corpschef van Politie in Haaglanden’, was de vreugde compleet. Verschillende namen en adressen konden bovendien aan de lijst van genodigden toegevoegd worden, namelijk die van de hoofdcommissaris en ander diensthoofden en die van die ijverige jonge noordelijke inspecteur Boshoek, die op het hoofdbureau van politie de bal aan het rollen gebracht had.

 

Ada en Bob wisten dat intussen in alle ‘grote’ steden van het land hun medewerksters bezig waren met hun arbeid, maar dat zij voor de avond geen berichten daarvan hoefden te verwachten. Daarom fietsten zij in de zonnige namiddag naar hun kerk om te kijken hoe het stond met de bouwactiviteiten. Ze kwamen op het goede moment. Een enorme rijdende kraan was bezig de reusachtige holle grijze pion naar zijn plaats op de toren te hijsen. Tientallen dorpelingen stonden van dit vreemde schouwspel te genieten.

Langzaam zweefde de kegel aan de kabel tot boven het ‘plat’ van de toren. Enkele bouwvakkers duwden hem bij het dalen voorzichtig op de goede plaats.

De armen om elkaars schouders keken Ada eb Bob zwijgend lachend toe. Toen de arm van de kraan terugzweefde en de bouwers aan de voet van de kegel ogenschijnlijk zinloze bewegingen begonnen te maken, klonk er gejuich uit het publiek, gevolgd door een hartelijk applaus.

 

“Het is alsof de toren nu pas ‘af’ is”, zei iemand. En alsof hij deze woorden wilde onderstrepen, plaatste de uitvoerder, hoog op de steigers staande, de nationale driekleur …!

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk