Pionnen onder de Preekstoel 24

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: maandag 07 maart 2011

Op donderdag de eenendertigste juli, Ada vierde haar vijfentwintigste verjaardag, waren de uniformen klaar, de plannen afgerond, de machines verkocht en de overgebleven coupons en nooit afgeleverde petten en galakledingstukken aan een belangstellende marktkoopman overgedaan.

Die avond werd er uitbundig gefeest onder de preekstoel, mede ter ere van Ada’s verjaardag. Allen waren verschenen in het uniform van hoofdagent der politie. Dronk na dronk werd uitgebracht onder de feestelijke slingers en guirlandes, die van kroonluchter naar kroonluchter golfden. Voortdurend werd de kansel gebruikt voor voordrachten en toespraken, gericht tot Ada, die immers het plan de campagne tot in de puntjes op papier uitgewerkt had. Gedanst en gezongen werd er.

Aan het eind van de avond nam Bob het woord: “Medewerkers, de actie die we gaan ontketenen, heeft nog geen naam. Gezien de pijnlijk nauwkeurige opzet, puntsgewijs, door onze secretaresse, stel ik jullie voor onze actie de codenaam “Ada” te geven”. – Hij hief het glas – “Op Ada”“.  Allen volgden zijn voorbeeld. Ze juichten het uit: “Op Ada!!”. Bob vervolgde: “Als ik dan zo “Ada” bekijk – hij hief een aantal getikte vellen van de katheder – lees ik daarop : (1) Uniformen maken, (2) Uitverkoop van materialen, (3) Straatregie. Aan dat derde punt zijn we toe. We zullen allemaal gaan optreden als straatagent, onder het motto “Meer Blauw op Straat””.

Er ging een enorm gejuich op. Bob maande tot stilte. “Wil “Ada” slagen, dan zullen we vanaf morgen stevig aan de slag moeten, niet alleen om alle mogelijke wetsovertredingen te constateren, maar ook om de wetsovertreders zo goed mogelijk te kunnen aanpakken, zo trouwens dat ze ons niet door hebben, want dat we illegaal werken, mag pas later blijken. Binnenkort zal in dit land het grootste straattoneel opgevoerd worden dat zich ooit afgespeeld heeft! Morgenvroeg om negen uur verwacht ik jullie allemaal hier”.

Daarna feestten ze nog een uurtje door.

De volgende morgen, vrijdag de eerste augustus, was iedereen op tijd aanwezig om onder Bobs regie de eerste beginselen van het politiewerk op de straat te leren. Ze zetten de stoelen in een grote cirkel, zodat ieder die optrad van alle kanten bekeken kon worden. De regisseur begon met een korte uiteenzetting: “Een rol spelen betekent je inleven in de persoon van een ander, namelijk van degeen die je moet voorstellen. Vereenzelvig je nooit helemaal met die figuur, want dan word je iemand die tot in het tehuis voor geesteszieken volhoudt dat hij de koning of zij de koningin is. Blijf altijd de persoon spélen, dan blijf je jezelf. Ik heb in een vaderrol eens een aangrijpende psalm moeten voorlezen. De tranen liepen me over de wangen van het lachen; de toeschouwers huilden, zo aangrijpend was het. Wat jullie agentenrol betreft, door enkel het uniform al ben je agent. Maak de politiemens volledig door je spel. Je vertegenwoordigt het gezag, dus sta je recht, want dat straalt gezag uit. Door je wetskennis heb je altijd gelijk; dat geeft je vaste grond onder de voeten. Ga zo staan “.

Hij liep naar het midden van de cirkel, plantte zijn voeten iets uit elkaar, punten van de schoenen wat naar buiten, deed zijn handen op de rug en rekte zich in zijn volle lengte uit.

“Eerste ronde, iedereen laat ‘het staan’ aan ons zien”.

Het bleek niet zo gemakkelijk te zijn, als het leek. Soms lagen ze krom van het lachen om elkaars houdingen, maar iedereen kreeg de juiste stand te pakken.

 

  

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk