Pionnen onder de Preekstoel 61

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: vrijdag 15 april 2011

… “Hé, hé, jonge dame, U mag Uw coach niet beledigen!” schaterde het gezicht terug. Het werd gezegd met de vrolijke stem van de overwinnaar. Dat gaf de loopster nieuwe impulsen.

“Blijf lopen”, hijgde Petra, achteromkijkend. Olga begreep het. Zolang ze bleven lopen, zou de victorie-kraaier de auto niet laten stoppen. Zo gauw zij uitgeput neerzegen, waren de hazen voor de jagers. Langs de weg werd het drukker; ze kregen bekijks en zelfs applaus.

Het gezicht bleef lachen. Zo kostelijk had Leen zich in zijn korte loopbaan nog niet vermaakt. Hij bleef zoeken naar aanmoedigende kreten: “Toe dan, even een tussensprintje en U gaat haar voorbij”.

Petra wees nadrukkelijk op haar voorhoofd.

“Nee, U hebt geen gek gezicht!” riep hij, “integendeel!”

Olga wierp hem een vernietigende blik toe.

“Jaloers”, schaterde hij, “U bent ook een knappe meid, hoor!”

“Het zijn inderdaad knappe vrouwtjes”, zei de chauffeur.

 

Toen nam de strijd tussen mens en machine een voor de agenten onverwachte wending. Voor een op deze zonnige vakantiemorgen weinig bezocht warenhuis maakte Petra een kwart draai rechts, holde door de draaideur naar binnen, gevolgd door Olga.

“Stop!!!” schreeuwde Leen. Bert zette de voet op het rempedaal en de wagen stond. Voor de ogen van de verbaasde citybezoekers vlogen de portieren open en de agenten naar buiten. Ze holden de dames na het warenhuis in, waar een wilde jacht langs toonbanken, door speelgoed, achter kleding, over meubels en om uitstallingen begon. Binnen enkele ogenblikken was het beneden een ravage van belang. Verkoopsters hieven gillend de handen ten hemel, verkopers probeerden erger te voorkomen door de manlijke achtervolgers tegen te houden.

“Stop nou!” riep de chef, “Als de politie ook al met wildwest begint! Waar moet dat heen?”

 

Omringd door winkelpersoneel moesten de heren de achtervolging wel staken. De omstanders aan de kant duwend kwamen zij langzaam en dreigend op de dames af, die onder aan de roltrap naar de eerste verdieping stonden. Ze deden een stap achteruit op de onderste trede, lieten zich rugwaarts meevoeren, hijgend en in het nauw gedreven, trillend van de zenuwen, gespannen om toch een ontsnappingsgaatje te vinden. De heren stonden nu onderaan.   “Spring!” riep Olga.

En zij sprongen. … Met hun handen vooruitgestoken wierpen zij de mannen als kegels omver, renden rechttoe rechtaan door de deur, terwijl de agenten achterover op het winkeltapijt rolden. Zonder om te zien zigzagden de verhit transpirerende en gloeiende pseudo-agenten de rijbaan over, vluchtten aan de overzijde de eerste de beste deur binnen .  

 

Koelte, stilte, rust. … Ze stonden in de gewelfde hal van een klooster. … Links naderde een stille groep witzwarte nonnen in kalme gang. … Moederoverste schreed voorop.  … Niet beter vermoedend dan dat deze dames haar een boodschap kwamen brengen, gaf zij een stille wenk. … De dames keken elkaar aan, schreden met haar mee. … Achter zich hoorden ze piepend een deur opengaan. … Toen ze omkeken, zagen ze twee komisch dwaze bepette hoofden de hal in kijken. Moederoverste beduidde de pethoofden dat ze verder komen konden. Zo werd het een vreemde stoet. Het leek alsof de kloosterbevolking onder politiegeleide afgevoerd werd … .   

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk