Pionnen onder de Preekstoel 58

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: dinsdag 12 april 2011

… Hij was rechter in het arrondissement daar. Hij was jong en ambitieus. Natuurlijk las hij vele bladen, de edelachtbare heer Mr. P. Cloeck. Met het optreden van de subversieve politiemensen had hij dus al lezend reeds kennis gemaakt; hij was erop verdacht ze ook in zijn eigen rechtsgebied tegen te komen. Eerlijk gezegd loerde hij erop. Links en rechts uitkijkend reed dij die morgen naar zijn werk. Daardoor kwam het dat hij niet opmerkte dat op het vrij rustige kruispunt voor hem het licht op rood sprong. Paul Cloeck reed door! De hand van Haya ging automatisch omhoog en Ida hield de automobilist aan. Hij stopte meteen, draaide het raampje aan zijn kant omlaag, Dat hij niet dadelijk uitstapte, was een groot geluk voor de dames. Het gaf hun een beslissende voorsprong.

“U wenst?” vroeg hij, voelend dat hij beet had! 

“U reed daarnet door rood, Meneer, seint mijn collega”, was het vriendelijke antwoord. “Ik zal U moeten bekeuren”. 

Zich werkelijk van geen kwaad bewust en bijna zeker wetend dat hij met een “dienstdoende” pseudopolitievrouw te doen had, en dat de tweede op het kruispunt stond, antwoordde hij: “Dat moet Uw collega mij dan maar eens uitleggen, agent”. 

Deze onverwachte reactie maakte hem onmiddellijk verdacht, want zijn uitspraak was te ‘nuchter’ voor een overtreder, die nu eenmaal wat emotioneler hoort te reageren in de trant van: “Dat is me nu ook wat! Ik wist echt niet…”. 

 

Ophaar hoede wenkte Ida haar collega te komen. Ze liep haar een eindje tegemoet. 

“Ik heb een raar geval, die meneer wil dat jij hem uitlegt dat hij door rood gereden is… . Ik vertrouw het niet; hij is te rustig. Het liefst ging ik er vandoor”. 

“Rustig, niet overijld handelen, laten we eerst afwachten hoe de zaak zich ontwikkelt”, suste Haya. 

 

Ogenschijnlijk kalm wandelden beiden naar de auto . 

“U wilde enige uitleg van Uw overtreding? Dat kan”, zei Haya streng. “U lette niet op, keek nu eens links en dan weer rechts … en reed door rood. Dat is alles”. 

“En de gevolgen?” vroeg Mr. Cloeck.

“We zulle procesverbaal moeten opmaken”, zei Ida.

Zij greep naar haar boekje en pakte langzaam en tergend haar balpen: “Naam?”  … “Cloeck, met Cee, -oo-, -ee-, -cee-, kaa”. … “Voornamen?” … “Paulus, zoals de apostel …”. 

“Mag ik even U rijbewijs zien?” … “Natuurlijk, agent”.

Hij overhandigde haar het document. Zij verifieerde de gegevens, nam geboortedatum en –jaar over en zij vroeg naam en adres. Ook die werden genoteerd: hij toonde zijn identiteitskaart, menende dat het adres daarop stond! Zo weinig weet ‘het recht’ van ‘regels’!

“Beroep?” … “Rechter”. 

Een haast onwaarneembare trilling voer door de dames, maar zij hielden zich goed, vond hij. Hij wist echter genoeg. 

“Wilt U schikken, of komt U liever voor?” vroeg Ida. 

“Als het kan zou ik liever meteen betalen”, antwoordde de rechter. 

“Dat kan, dat wordt dan vijftig euro, nu, handje contantje”, zei Ida zo brutaal mogelijk, want ze voelde dat het mis liep. Rekken was het beste. De rechter greep in de zak van zijn colbertje,  haalde daar een briefje van vijftig uit en gaf dat aan Ida, die het briefje in haar boekje legde. 

 

“Zo, nu moeten de dames maar eens instappen en met mij naar het bureau rijden”, zei de rechter grijnslachend door het geopende portierraampje … .    

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk