Pionnen onder de Preekstoel 53

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: donderdag 07 april 2011

… Hoewel de hoofdcommissaris van politie bij ieder poging de burgemeester te bereiken de bezettoon kreeg, zette hij door tot de bel rinkelde.

“Met het huis van de burgemeester”, zei een mannenstem. “Met de corpschef van Haaglanden. Mag ik de burgemeester even?”

“Die is op dit ogenblik niet beschikbaar, Meneer. Kan ik een boodschap doorgeven?”  

“Nee, laat U maar”.

Geïrriteerd beëindigde ‘Meneer’ het gesprek. Hij kon beter eerst “Het Residentieblad” bellen, voor de anonieme beller zijn dreigement uitgevoerd had. Als alles toch in de openbaarheid moest, kon hij het allerbeste maar zoveel mogelijk gegevens doorspelen naar de regionale pers. Misschien waren er onder het lezende publiek wel mensen die inlichtingen verstrekken konden. Met Grada zette hij alles op een rijtje, vanaf zijn telefoongesprek, de vorige dag, met de burgemeester.  

Een half uur later was de redactie van “Het Residentieblad” volledig geïnformeerd. De geheimzinnige waas om de affaire maakte de materie interessant genoeg voor de voorpagina van het zaterdagochtendnummer.

 

“Het leek me goed U mijn verloofde zo spoedig mogelijk voor te stellen”, zei Pi Boerstra, toen zij de hoofdcommissaris en Mark ten Hag aan elkaar getoond had. Met hun vieren zaten ze om de tafel in de hoek van de kamer. Grada, die zich heel bescheiden had terug willen trekken, was door de burgemeester uitgenodigd te blijven. Zij keek afwisselend van Pi naar Mark en vond het een pracht stel.

“Ik wou meteen maar zeggen dat ik op de kortst mogelijke tijd ontslag gevraagd heb”, vervolgde Pi, om persoonlijke redenen”.

“Het is misschien brutaal op te merken, maar waarom hebt U mij gisteren in ons telefoongesprek niet ingelicht?” zei de hoofdcommissaris.

“Omdat de openheid daar niet mee gediend is, Meneer: U zou een uitzonderingspositie ingenomen hebben. Via de media bereikte ik velen tegelijk”, antwoordde Pi eerlijk. “Dergelijke menselijke, persoonlijke mededelingen doe je eerst aan je eigen intieme kring. Ze hebben niets met je functie temaken, al is die er soms wel mee gemoeid, zoals in mijn geval dus. Voor andere, officiële, beroepszaken geldt dat natuurlijk niet. Daarvan houdt men geen gegevens achter. Waarom hebt U mij bijvoorbeeld gisteren niet gezegd dat U van politieaanwezigheid  op de receptie niets wist?  Dat ik door een nepagent begeleid ben? Wilde U misschien het grote alwetende opperhoofd van de Heilige Hermandad uithangen? Brutale vraag, brutaal antwoord!” Ondeugend lachend keek zij hem aan.

“En hoe ik dat allemaal weet? Ik ben opgebeld door iemand die, de duvel mag weten waarom, die hele act geënsceneerd heeft en er ruchtbaarheid aan geven wil, als … als …wij dat tenminste al niet doen!”

“U ook?? Dan is het maar goed dat ik “Het Residentieblad” gebeld heb. En natuurlijk had ik gisteren eerlijk moeten zeggen dat ik geen opdracht tot bescherming  van receptiebezoekers gegeven heb … . Mijn excuus”.

Triomfantelijk keek zijn secretaresse Mark aan bij die laatste woorden. Mark gaf haar een

olijke knipoog terug. De verbouwereerde hoofdcommissaris ontgingen deze tekens: hij was te

veel met zichzelf bezig.

In de stilte die na de laatste woorden gevallen was, stonden Pi en Mark op. Ze drukten de secretaresse en haar meester de hand met de mededeling dat zij een uitnodiging ontvangen zouden voor de huwelijksvoltrekking op de twaalfde september, en zij namen afscheid … .

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk