Pionnen onder de Preekstoel 34

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: donderdag 17 maart 2011

… “Zoals U wellicht bekend is, zal een uitgebreid onderzoek ingesteld worden naar de herkomst van gelden waarmee de laatste jaren grote plezierjachten door particulieren gekocht zijn. Ieder die een dergelijk schip bezit, wordt ervan verdacht het betaald te hebben met gelden uit inkomsten die bij de Rijksbelastingdienst niet als zodanig opgegeven zijn, daar het bij de huidige belastingdruk schier onmogelijk is zulke schepen onbezwaard aan te schaffen en te onderhouden. Daarom wordt U verzocht U gereed te houden voor een fiscaal onderzoek, dat zal plaatsvinden te Uwer kantore op maandag de achtste september aanstaande, vanaf 9.00 uur; het klaarleggen van de nodige bescheiden Uwerzijds wordt door de fiscale recherche zeer op prijs gesteld. Zelf dient U bij het onderzoek aanwezig te zijn. … Dit schrijven wordt U persoonlijk ter hand gesteld. U dient het te ondertekenen ten bewijze dat U het gelezen hebt en hebt horen voorlezen. Een kopie gaat hierbij. Deze kunt U behouden.

De Minister van Financiën …. “.

De agent overhandigde het officiële stuk aan de heer Magnaat, die het ogenschijnlijk rustig aannam en las, een grimlach om de lippen.

“Laat ze maar komen, ik lust ze rauw”, zei de buldogkop al te strijdlustig, terwijl hij zijn hersens pijnigde met de vraag: “Hoe maak ik mijn zwarte jacht nu wit? Ik heb maar een maandje de tijd”.

Toen hield hij de brief voorlopig voor gezien, zette zijn handtekening, schoof de kopie achteloos in zijn bureaula, stond op en zei: “De dames  worden bedankt ‘, liet door zijn toon in het midden wat hij bedoelde.

“Graag gedaan”, antwoordde de kleinste vriendelijk. “Goedemiddag”. Ze deed het getekende papier in haar tas en beide dames salueerden.

Magnaat liet hen uit.

Even later marcheerden ze weg, hem verward achterlatend aan de reling. Aan de overkant verdwenen ze in een straat tussen de pakhuizen.

Enkele minuten later begon het tweede tafereel tegen hetzelfde decor. Jammer dat de heer Magnaat geen kijkje achter de coulissen had kunnen nemen, want hij zou een hoogst merkwaardige ontdekking gedaan hebben.

Uit dezelfde straat waarin de dames verdwenen waren, stapten twee jonge mannen te voorschijn, beide lichtgrijs zomers gekleed, met een zwart koffertje in de rechter hand. Losjes liepen ze recht de kade over in de richting van “TREKKER”. Toen ze wat dichterbij waren, herkende de heer Magnaat hen als de voormannen van het bedrijf waar hij zijn admiraalsdracht gekocht had. Onwillekeurig gingen zijn ogen langs zijn eigen goed geklede gestalte. Nog steeds was hij zeer tevreden over coupe, kleur en kwaliteit van zijn uniform.  

De heren liepen het schip op, drukten de hun toegestoken hand.

“Prachtig op tijd, komt U maar; hoe gaat het”? zei de heer Magnaat.

Zonder het antwoord af te wachten keerde hij zich om en ging voor naar de admiraalshut. Zwijgend volgden Bob en Karel de zware gestalte naar beneden. Ook Rijckert Magnaat toonde weinig lust tot praten.

Wat stijf gingen de vrienden in de hun gewezen clubfauteuils zitten. Magnaat installeerde zich achter zijn bureau. Zo zaten ze kort, ieder met zijn eigen gedachten. 

Wat of de heren kwamen doen! In jaren, nou jaren, had hij niks van ze gehoord en opeens was daar het verzoek of ze mochten komen praten over een voor hen delicate kwestie. Zo opende de gastheer het gesprek. En of ze soms wat drinken wilden met dat warme weer. Hij liep naar de kleine bar en schonk voor elk een verfrissing in. Geen alcohol; de heren gebruikten geen alcohol, wist hij nog.

Toen hij ieder voorzien had, ging hij weer zitten, een beetje stilletjes. …

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk