Pionnen onder de Preekstoel 10
Links en rechts langs de muur stonden de rekken met modellen voor staatsiekleding, erboven waren de open kasten met hoofddeksels. Gouden zilverglans schitterde haar tegen van petten, baretten, uniformen met epauletten, andere ‘gewaden’, bestemd voor de ‘groten der aarde’.
Vijf jaar geleden begon het hier allemaal. De kleermaaksters, de coupeuses, zaten aan hun tafels te wachten op de officiële opening van ‘Gala De Vree’. Karel, Mark en zij wachtten in de consistoriekamer op Bob, die als geestelijk vader en eigenaar van de zaak de officiële, intieme opening verrichten zou. De deur ging open en binnen kwam de lange gestalte van Bob, gehuld in een lange zwarte geleerdentoga, witte gespleten bef op de borst. Een platte baret stond olijk schuin op zijn guitige jongenskop, waarin de ogen glinsterden achter de vensterglazen van een grote donker omrande bril. Dubbel lagen zij van het lachen, maar Bob vertrok geen spier. ---“
Dominee De Vree, aangenaam”, zei hij. “Als herder van deze nieuwe gemeente meen ik niet beter te kunnen doen dan de hier bestaande tradities voort te zetten. Ada, trouwe leidsvrouw bij alle moeilijkheden die ik als jong acteur ondervonden heb, jij geleidt mij mijn eigen tempel der gezagsbekleding binnen. De anderen van de staf volgen. Voorwaarts, mars!” ---
Proestend van het lachen ging Ada hem voor. Ze schreden door het middenpad, stom aangestaard door de zesentwintig jonge medewerksters, die achter hun gloednieuwe tafels zaten. Een plechtige sfeer kwam over allen. Onder aan de kanseltrap gaf Ada de nieuwe herder een stevige hand en deze werd even vast beantwoord. Toen ging Bob de Vree de opwaartse weg. Boven nam hij bedachtzaam zijn hoofddeksel af en hij hing het aan de knop achter de preekplaats. Hij legde beide handen op de katheder en begon: ---
“Gemeente!” - Algemene hilariteit! – Hij wuifde het weg. “Gemeente, nu ik voor het grote moment sta voor dit huis en voor U allen een nieuwe periode in te luiden, meen ik er goed aan te doen een korte terugblik te geven. Daar het de Overheid behaagd heeft de subsidies aan onze theatergezelschappen drastisch te besnoeien – dat was ongeveer anderhalf jaar geleden – bleef er voor mij, jong net meerderjarig acteur, niets anders over dan naar een ander bestaan uit te zien. Een vergelijking tussen toneel en realiteit bracht mij tot het inzicht dat er geen wezenlijke verschillen bestaan. De beschouwer van het toneelspel neemt slechts het uiterlijk waar. In de maatschappij is dat niet anders. De groten van het toneel zijn groot in hun spel. – Applaus. – De groten der aarde zijn groot in hun … vul maar in … hun … vul maar in. – Applaus en toejuichingen, hol klinkend in de lege kerkruimte. – Ik kwam op het idee de groten hun spel met verve te laten spelen. Vandaar … . Dank aan Ada, dat zij mij als gastvrouw en secretaresse steunen wil; dank aan Mark, dat hij als ontwerper – en wat voor een – in mijn dienst getreden is; dank aan Karel, die de boekhouding waarneemt; dank aan U medewerksters, die de handarbeid zult verrichten en vorsten, ministers, hoogleraren en andere wereldacteurs zult aankleden. Het inluiden kan beginnen”. ---
Hij pakte zijn baret en zette die op, schreed de trap af en naar het kerkportaal, gevolgd door negenentwintig anderen. Samen schaarden zij zich om het klokkentouw . Bob gaf Karel een teken. Even later beierden de klokken over het vlakke groene land. ---
De glazen kwamen voor de dag, Flessen werden ontkurkt; één dronk werd genoten, want er stond nog een gebeuren te wachten. Na de dronk begaf het gezelschap zich met spoed naar de kosterwoning om zich te verkleden. ---
Intussen waren er enkele tientallen dorpsbewoners naar de kerk gekomen om te kijken wat er aan de hand was. Mark ten Hag had hen door het raam van de consistoriekamer zien staan. Gastvrij als hij was, nodigde Bob hen binnen. Gelaten lieten zij zich het een en ander uitleggen en verdwenen. …