Pionnen onder de Preekstoel 60

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: donderdag 14 april 2011

… Woensdag de dertiende augustus werd voor Olga en Petra een gedenkwaardige dag. In het verre zuiden stonden zij aan een van de invalswegen van een binnenstad in de stille ochtend rond tien uur in de schaduw op de rand van het trottoir, hielden af en toe een automobilist aan om de papieren te controleren. In de dagen ervoor hadden ze al verscheidene vergeetachtige, nonchalante en niet-hebbende bestuurders genoteerd en beboet. Een vijftigtal namen en adressen zaten al in Ada’s kaartenbak. Ondanks hun record aantal overtreders en de grote publiciteit over de pseudo-politie-affaire wilden zij het nog één morgen wagen. Ze konden immers nooit genoeg potentiële bezoekers voor “PION” registreren. Meer gespannen waren zij dan in de voorgaande dagen, bedacht op mogelijke onaangename verschijningen in politiekleding. Toch voelden zij zich niet onprettig. Dit was een ander leven dan zitten in de duffe collegebanken bij de rechtscolleges of hangen achter de snorrende naaimachines, Vrij waren ze, al loerde het gevaar van gearresteerd te worden. En ze hadden er elke dag schitterend weer bij, hoewel de gezichten van de bekeurden meestal op onweer stonden.

 

“Zo bekeurde een wetsovertreder weer een wetsovertreder”, lachte Olga, toen de mercedes die zij aangehouden had, kwaad weg schokte. “Onaangename man, vroeg of hij niet in natura betalen kon, vanavond, na sluitingstijd”.

“Wat heb jij geantwoord?” vroeg Petra. “Dat ik mooiere natuur in voorraad heb”, zei Olga. 

“Niet naar de weg kijken”, siste Petra. …  

“Wat is er ?” schrok Olga.

“Een surveillancewagen van de politie; blijf zo staan, doe onverschillig en reageer niet op mijn woorden”, beval Petra.

Terwijl het volkswagentje langzaam naderde, voerden de dames een blijkbaar interessant gesprek, getuige hun gebaren. Daar de straat leeg was, moesten zei door de beide politiemannen vanuit de auto wel gezien worden.

 

“Leen, let op!” De chaufferende agent stootte zijn maat aan.

“Daar staan er twee die niet van ons zijn… . Hier zijn ze dus ook bezig”. …

“Langzaam doorrijden, Bert. Ze hebben ons niet gezien; we verrassen ze in een overrompelende handeling”.

“Ze hebben ons gezien, Olga. Nog een meter of vijftig en ze zijn bij ons. Als ik “Ja” zeg, rennen richting binnenstad, dan hebben we de meeste kans”. … “Begrepen, Petra”. … … “Jaaa!!”

  

Ze kozen dadelijk het hazenpad. Achter hen klonk het driftig wordende geronk van de motor van de ‘Golf’. De wagen meerderde snelheid. Binnen enkele ogenblikken reed hij op dezelfde hoogte als de dames, die op het trottoir voor hun leven renden . … Een lachend gezicht boog zich uit het portierraampje. Spottend zei het: “Niet te snel, niet te snel. Aan het eind van deze straat staat het politiebureau. Dat is de finish … !”

En even later: ”Onze landgenote ligt voor …; ze zal haar tegenstandster kloppen …!” 

Hijgend holden de dames voort, voelden dat hun krachten het begaven ondanks hun uitstekende conditie. 

“Kunt U niet beter instappen? Kom toch in de bezemwagen, dan mag U meteen schoon schip maken!”

Olga, die achteraan liep, stak haar tong tegen het hatelijke gezicht uit …  .

 

 

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk